Reflectie: Inner core en Vertrouwen
In deze tijd van steeds strengere maatregelen met een onduidelijk perspectief wordt onze angst en onzekerheid gevoed. Yoga helpt ons dan om in balans te blijven. Patanjali zegt dan ook: oefen het tegenovergestelde. En het tegenovergestelde van angst is vertrouwen. Dus, oefen vertrouwen. En dat is het gebied van eerste en tweede chakra. Het gebied van de stuit en heiligbeen met de uitstraling in de hele onderkant van de romp, alwaar we ons veilig kunnen voelen, thuis in onszelf. Goed geaard, maar ook gezond en sterk. Dat is onze basis. En van daaruit kun je vertrouwen gaan ontwikkelen, mee gaan stromen met het leven zoals het zich aandient. Vertrouwen ontwikkelen betekent dat je open bent, ontvankelijk. Als tegenovergestelde van angst, die juist vastzet en verkrampt. We kunnen dat gebied van eerste en tweede chakra stimuleren door de adem te ontvangen in dat gebied. Heel praktisch gezegd: Door de bekkenbodem en onderbuik te betrekken bij de adembeweging, door de uitademing te verlengen t.o.v. de inademing, maar ook door de inner core te activeren. Want juist als onze kern, die inner core dragend is, dus die dieper gelegen houdingsspieren onze houding dragen dan kunnen de buitenliggende bewegingsspieren in de onderbuik, bekkenbodem en onderrug ontspannen en gemobiliseerd worden en zijn dan vrij voor de adembeweging. Dus een actieve inner core zorgt voor een diepe buikadem die je thuis laat komen in jezelf, in het Zelf. In diep vertrouwen.
Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.
*********************************************************************************************************************************
Als we de adem diep in de onderbuik, bekkenbodem en onderrug ontvangen kan het middenrif optimaal uitslaan zodat er een optimale hoeveelheid zuurstof in je lichaam wordt opgenomen. Als de adem hoog is, in een klein deel van de borst zul je drie of vier keer zo vaak in- en uit moeten ademen om dezelfde hoeveelheid zuurstof binnen te krijgen. En dan kun je je wel voorstellen dat die adem heel wat sneller moet verlopen. De hoge adem is dan ook een snelle, korte adem, de diepe buikadem is een kalme, lange adem. Is de adem kalm dan is de geest kalm. We kunnen de adem kalmeren door de bekkenbodem actief los te laten bij de inademing en aan te spannen bij de uitademing zodat we de adem van onderaf stimuleren, die rustige, kalme adem. Maar er is nog een manier om de adem te kalmeren. En dat is door de uitademing bewust te verlengen t.o.v. de inademing. Inademen is energie op doen, leven, uitademen is loslaten, ontspannen. Als we die beide methoden nu combineren: dus het aan- en ontspannen van de bekkenbodem en bewust de uitademing verlengen zal de adem kalmer en kalmer worden, de geest kalmer en kalmer. En in die kalmte is er enkel helderheid en onderscheidingsvermogen.
Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.
*********************************************************************************************************************************
Reflectie: Communicerende vaten
Patanjali schrijft in de Yoga Sutra’s: “Yoga is het stilleggen van de wervelingen van de geest, dan is het ziende thuis in zichzelf”. Dat betekent: Yoga is de geest kalmeren zodat we tot de kern van ons mens-zijn kunnen komen. En dat kunnen we heel praktisch doen door de onderkant van de romp (de onderrug, de bekkenbodem en de onderbuik) te betrekken bij de adem. We hebben gemerkt dat als we de onderrug, die bij de meesten stroef en stijf is, ontspannen dat er compensatie ontstaat in de bovenrug en in de schouders. Ontspannen we de bovenrug en de schouders dan kan er weer spanning ontstaan in de onderrug. Het zijn als twee communicerend vaten. En zo is er ook een verbinding van de bekkenbodem met de kaken, de schouders en de handen. Als we onze kaken klemmen ontwikkelen we spanning in de bekkenbodem. Als we onze schouders continue optrekken dan is er spanning in de bekkenbodem. Als we vuisten maken van onze handen voelen we dat in de bekkenbodem. Het bewust ontspannen van kaken, schouders en handen kan toegang geven tot de beweeglijkheid van de bekkenbodem die we nodig hebben om de adem te ontvangen diep in de onderkant van de romp. De adem die kalm is, de adem die de geest kalmeert.
Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.
*********************************************************************************************************************************