De adem in de onderste ademruimte, de ruimte tussen de onderbuik, onderrug en bekkenbodem, is een energie die ons verbindt met de aarde, waarin we geborgenheid, warmte en draagkracht ervaren. Deze Yin energie vormt een stabiele basis voor het lichaam, de adem en de geest. Net zoals een boom goed moet wortelen voordat hij kan groeien en uitreiken naar de kosmos, zo dienen wij ook goed te ‘wortelen’, zodat wij ons kunnen ontplooien en vanuit die stabiele basis uit kunnen reiken naar de wereld om ons heen. Pas als we goed ‘geworteld’ zijn in die onderste ademruimte kunnen we de Yang energie omhoog ontwikkelen die ons vitaliseert en ons verbindt met de totaliteit. Vanuit de onderste ademruimte loopt de energie dan naar de middelste ademruimte, de ruimte rondom het middenrif, die begrensd wordt door de ribbenring: de ribbendriehoek aan de voorzijde, de flanken aan de zijkant, de ribben aan de rugzijde. Die ribbenring komt in beweging als we de bron van de adem vanuit ons centrum(Hara) laten ontstaan, vanuit ons zwaartepunt, het midden van de onderste ademruimte. Samenvallen met je zwaartepunt, meegaan met de zwaartekracht naar beneden, zijn allemaal aanwijzingen om de adem te stabiliseren in de onderste ademruimte, onze verbinding met de aarde, zodat van daaruit de adembeweging zich kan voortzetten omhoog in het lichaam.
Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.