Reflectie:   De basisopen hart

De adem in de onderste ademruimte, de ruimte tussen de onderbuik, onderrug en bekkenbodem, is een energie die ons verbindt met de aarde, waarin we geborgenheid, warmte en draagkracht ervaren. Deze Yin energie vormt een stabiele basis voor het lichaam, de adem en de geest. Net zoals een boom goed moet wortelen voordat hij kan groeien en uitreiken naar de kosmos, zo dienen wij ook goed te ‘wortelen’, zodat wij ons kunnen ontplooien en vanuit die stabiele basis uit kunnen reiken naar de wereld om ons heen. Pas als we goed ‘geworteld’ zijn in die onderste ademruimte kunnen we de Yang energie omhoog ontwikkelen die ons vitaliseert en ons verbindt met de totaliteit. Vanuit de onderste ademruimte loopt de energie dan naar de middelste ademruimte, de ruimte rondom het middenrif, die begrensd wordt door de ribbenring:  de ribbendriehoek aan de voorzijde, de flanken aan de zijkant, de ribben aan de rugzijde. Die ribbenring komt in beweging als we de bron van de adem vanuit ons centrum(Hara) laten ontstaan, vanuit ons zwaartepunt, het midden van de onderste ademruimte. Samenvallen met je zwaartepunt, meegaan met de zwaartekracht naar beneden, zijn allemaal aanwijzingen om de adem te stabiliseren in de onderste ademruimte, onze verbinding met de aarde, zodat van daaruit de adembeweging zich kan voortzetten omhoog in het lichaam.

Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.

Reflectie:   Hara; het centrumadempunt

Als we de adem in de onderste ademruimte kunnen ervaren dan komen we thuis in onszelf en wordt het stil in ons. We vallen dan samen met het zwaartepunt van ons lichaam. Het zwaartepunt bevindt zich precies in het midden van de onderste ademruimte, het midden van de onderbuik, bekkenbodem, onderrug en middenrif. Dit energetisch centrum wordt ook wel Hara genoemd. Het ligt drie vingerbreedtes onder de navel, zo’n twee vingerbreedtes naar binnen. Als we samenvallen met het zwaartepunt in het lichaam en de adem kan pulseren vanuit dat centrum tot in de hele onderste ademruimte dan zijn we in balans. Op het moment dat we stress ervaren dan verschuift het zwaartepunt naar boven in het lichaam, de adem schuift mee en zijn we uit balans. Door nu telkens de aandacht in Hara te laten zijn, zijn we in balans. En kunnen we de kracht ervaren vanuit dit centrum en tegelijkertijd de kwetsbaarheid. Kracht is nooit zonder kwetsbaarheid, kwetsbaarheid nooit zonder kracht. Durven we kwetsbaar te zijn zodat onze kracht zich kan manifesteren? Durven we kracht te tonen met ruimte voor onze kwetsbaarheid?

Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.

Reflectie:  De onderste Ademruimtebuik adem

De onderste ademruimte is het gebied tussen de onderbuik, de onderrug, met daarin het heiligbeen en de bekkenbodem. Dat is ons fundament, onze basis. Als we daar de adem ervaren voelen we ons geborgen. Het is het gebied van warmte en draagkracht. Van vruchtbaarheid. De adem in dit gebied is een bron van vitaliteit. Maar misschien nog wel veel belangrijker: hier kunnen we totaliteit ervaren. Hier voelen we ons heel, één met Al. Thuis in ons Zelf.

De adem in de onderste ademruimte wordt vaak alleen in de onderbuik ervaren, met name in een liggende houding. De onderbuik bestaat uit weke delen, en dus is de adembeweging goed voelbaar aan de buitenkant, de periferie. De anatomie van de onderrug wordt gevormd door de achterkant van de bekkenschaal en het heiligbeen, wat minder ruimte geeft voor die adembeweging aan de buitenkant. Maar er is evenveel adembeweging in de onderrug als in de onderbuik. De adembeweging ontstaat door de beweging van het middenrif, die de hele onderste ademruimte gelijkmatig beroert. Zo ook in de bekkenbodem. De structuur van de bekkenbodem, dat hangmatje tussen het schaambeen en het heiligbeen laat ook weinig beweging toe aan de buitenkant en is dus vaak minder bewust. Maar ook hier is er evenveel adembeweging als in de onderbuik. Door de adembeweging bewust te maken in de hele onderste ademruimte, dus ook in de onderrug, het heiligbeen en de bekkenbodem komen we thuis in ons Zelf. Daar waar we heelheid ervaren.

Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.

« Nieuwere berichtenOudere berichten »