Reflectie: De middelste ademruimte
De onderste ademruimte is onze basis van waaruit de adem naar beneden ons verbindt met de aarde en de adem omhoog ons verbindt met de wereld en de kosmos. Een zogenaamde verticale adembeweging tussen de onderste en de bovenste ademruimte, waarbij de middelste ademruimte het kruispunt is. Want van daaruit is er ook een horizontale adembeweging die de verbinding tussen buiten en binnen tot stand brengt. De middelste ademruimte is het gebied rondom het middenrif, die hele ribbenring die gevormd wordt door aan de voorzijde de ribbendriehoek, de flanken aan weerszijden en de ribben aan de rugzijde. Met in de ribbendriehoek daar wat naar binnen de zonnevlecht die fungeert als een antenne naar de buitenwereld. Als die ribbenring slap is zie je dat de ribbendriehoek klein en naar binnen getrokken is, de rug wat rond, wat vaak het geval is bij introversie. Bij extraversie staat de ribbendriehoek ver open en de rugzijde rondom de nierstreek onder spanning. In beide gevallen is de ribbenring niet vrij wat een grote belemmering vormt voor een vrije beweging van het middenrif. Ook het klemmen van de armen bij stress belemmert die vrije beweging van het middenrif. Het middenrif is de grootste ademspier in het lichaam. Het is een koepelvormige spierplaat die vastzit aan het borstbeen, de ribben en de lendenwervels en snijdt de romp doormidden. Bij de inademing spant het middenrif aan, de koepel vlakt af, als een paraplu die opent, de ribbenring zet uit, de longen worden gevuld. Bij de uitademing ontspant het middenrif in zijn originele koepelvorm, de ribbenring komt terug, de longen leeg. Het is dus van groot belang dat de ribbenring vrij is en er balans is in ons contact met binnen en buiten. De natuurlijke adembeweging kan dan zijn weg vinden in ons lichaam om ons optimaal te vitaliseren.
Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.