Reflectie: De invloed van spanning in de schouders, flanken en lendenwervels op het middenrif
Er is een relatie tussen de schouders en het middenrif, maar ook tussen de flanken en de lendenwervels en het middenrif. Het middenrif is een ademspier in de vorm van een koepel tussen de buik- en de borstholte. Het wordt ook wel het tweede hart genoemd, omdat deze ademspier het hart ontlast. Wanneer we het middenrif kunnen ontspannen kan het optimaal ingezet worden voor de adembeweging. Als onze schouders gespannen opgetrokken zijn word het middenrif ook opgetrokken en aangespannen. Als de flanken en het midden van de rug, de lendenwervels, immobiel zijn, dan is er weinig uitslag mogelijk in het middenrif. Dit is het gebied waar we kunnen draaien, waar we torsies maken.
Ontspanning en mobiliteit in deze gebieden maakt het mogelijk om het middenrif te betrekken bij de adem. Dan kan inademend het middenrif zakken, waardoor de longen zich optimaal vullen. Uitademend komt het middenrif omhoog, waardoor de longen zich optimaal legen, ruimte maken voor een volgende optimale inademing. Je hart hoeft minder hard te werken om dezelfde hoeveelheid zuurstof rond te pompen, je algehele gezondheid en welzijn verbeteren aanzienlijk.
Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.
************************************************************************************************************************************************
Reflectie: De relatie schouders en de relatie voeten met de bekkenbodem.
Als onze schouders gespannen opgetrokken zijn en de borst er wat uitgetild wordt dan worden we belemmerd in onze natuurlijke buikadem. Ik ben een keer behandeld met een Feldenkrais therapie om bewust te worden van mijn lichaams- en levenshouding. Er werd een beetje aan me geduwd en getrokken, en toen ik ging staan voelde ik me opeens een stuk kleiner. Ik was bewust geworden van het feit dat ik mezelf altijd iets groter maakte dan ik werkelijk was, m.a.w. ik tilde letterlijk de borst eruit en de schouders wat op. Waardoor ook mijn middenrif en bekkenbodem omhoog getrokken waren. En er weinig ruimte in de buikholte was voor een diepe buikadem en een gevoel van aarding.
Maar ook de stand van de voeten hebben een effect op de stand van de bekkenbodem. Als we de voeten openen, in een V- stand, dan is er meer spanning aan de achterkant van de bekkenbodem. Als we de voeten met de tenen naar binnen zetten in een A-stand, dan is er meer spanning aan de voorkant van de bekkenbodem. Staan onze voeten recht, dan is de spanning/ontspanning gelijkmatig verdeeld vanuit het midden. Ook de plaatsing van het bekken boven de voeten is van belang: “hangt” het bekken wat naar voren, dan is er spanning in de achterkant, en treedt er verslapping aan de voorkant op. Is het bekken overdreven naar achteren, dan is er spanning aan de voorkant en verslapping aan de achterkant. Verslapping is net zo ongewenst als spanning in de bekkenbodem.
Dus let eens wat vaker als je staat (bv. bij de kassa) op de stand van je voeten en de plaatsing van het bekken. De voeten recht naar voren, op heupbreedte, met het bekken recht boven de enkels geven de bekkenbodem de juiste tonus en ondersteuning om de adem diep in de buik te ervaren. Dat geeft je de kans te aarden, te landen in het centrum van je lichaam, diep in de onderbuik.
Vind je deze reflectie mooi of interessant, of op een andere manier waardevol?
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.
************************************************************************************************************************************************