De bekkenbodem is ons fundament met daarin de Mula Bhanda, ons onderste diafragma. Mula betekent wortel en Bhanda betekent slot of verband. Het geeft ons lichaam verband, het ondersteunt ons fysieke lichaam en tegelijkertijd sluit het ons lichaam af voor behoud van energie en brengt tevens die energie omhoog. Als de Mula Bhanda actief is dan voelen we enerzijds de verbinding met de aarde, zijn we thuis in onszelf, en anderzijds is er verbinding met de wereld rondom, de ander, en als de energie nog hoger gaat, verbinding met de kosmos, onze spiritualiteit. Dan voelen we ons heel, één geheel, in onze ware essentie.

De Mula Bandha bevindt zich in de bekkenbodem, een hangmatje van drie spierlagen die hangt tussen het schaambeen en de stuit. Met daarin bij de vrouw drie kringspieren en bij de man twee kringspieren. De voorste kringspier bevindt zich rondom de urinebuis, de achterste rondom de anus, de middelste bij de vrouw rondom de vagina en bij de man hebben we het over het perineum, het gebied tussen de anus en de geslachtsdelen, als we die afzonderlijke gebieden aanspannen en loslaten.   Door die gebieden te trainen maken we de bekkenbodem wakker en bewust, ondersteunen we het lichaam in iedere yogahouding en brengen we de energie omhoog. We zijn dan geaard en vol levensenergie.

Door mee te gaan in de ontspanning van iedere uitademing en bovendien die uitademing bewust te verlengen d.m.v. de Rama mantra, ontspannen we dieper en dieper in de inspanning die er is. In de houding, in het leven. Maar als je gehecht bent aan die ontspanning, als er een ik is die wíl ontspannen, dan kan het zijn dat je zwaar gaat ademen, gaat zuchten, om maar los te laten. Met als gevolg dat je zwaarder en zwaarder wordt en aan het einde van de les niet meer vooruit te branden bent.

De kunst is om te ontspannen in de inspanning, met behoud van vitaliteit. Met behoud van levensenergie, ook wel Prana genoemd. En dat doe je door je ‘ inner chore’ , je centrum te betrekken bij de houding. Je ‘inner chore’ wordt gevormd door de dieper gelegen houdingspieren in de bekkenbodem, de onderbuik en de onderrug. De Bhanda’s spelen daar een rol en dan met name een energetische rol. De Mula Bhanda bevindt zich in de bekkenbodem en de Uddiyana Bhanda in het gebied net onder de navel. Bhanda wordt ook wel vertaald met slot, sluis of verband. Mula betekent wortel, dit is je onderste Bhanda, die het lichaam ondersteunt en ‘afsluit’ en zo de energie bewaart. Uddiyana Bhanda ondersteunt het lichaam en geeft de energie door als een sluis. Door de Bhanda’s te activeren lekt er geen energie richting de aarde in dat zwaar worden richting de aarde, maar is er behoud van de vitale levensenergie die we bij iedere inademing tot ons nemen.

Inademen is actie, energie opdoen, leven; uitademen is loslaten, ontspannen, sterven.

Inademend zet het lichaam wat uit en verruimt; uitademend komt het lichaam wat terug en ontspant. Kun je daar werkelijk in meegaan, in die ontspanning van iedere uitademing, zonder die ruimte te verliezen. Kun je loslaten, de controle laten vieren, kun je de yogahouding of het leven laten zijn zoals het is. Want juist in dat laten ga je voorbij voorkeur of afkeer, voorbij de conditionering van het vastgrijpen van de prettige dingen en het afzetten tegen de onprettige dingen en kom je in die open ruimte die we zijn. In je ware essentie. Ontspannen in de inspanning. Werkelijk ontspannen in de inspanning die de yogahouding of het leven is, vereist moed. Moed om enkel te zijn in dat wat is. Zodat we ons niet langer afgescheiden voelen.