Vorige keer ging het over hoe aandacht onze geest rustig maakt. De aandacht richten op de sensaties in het lichaam en de adem, brengt ons telkens in het hier en nu. Dat kalmeert de geest. En in een kalme geest is ruimte voor inzicht. Zien we in dat we ons identificeren met onze gedachten, emoties en ons lichaam en dat is precies wat ons afscheidt van ons heel-voelen. We gaan zo op in het ‘kleinere’ , dat we de verbinding met het ‘grotere’ niet meer ervaren. Het ik(ego) dat zich identificeert creëert een wereld van ik en de rest. Mijn en dijn. En dat geeft een gevoel van afscheiding. Terwijl we onderdeel zijn van dat grotere geheel, het mysterie van het leven, het goddelijke zo je wilt. En als je die levenstroom, dat levensmysterie kan ervaren is dat vreugdevol! En dat is waar yoga over gaat: “Yoga is het stilleggen van de wervelingen van de geest. Dan is het ziende thuis in zichzelf.” (Uit Patañjali’s Yoga Sutra’s).

In de Sutra’s begin je de geest te kalmeren door je te houden aan de leefregels. Onze regels hier bij het beoefenen van yoga zijn de volgende (opgesteld, alweer, om de geest te kalmeren zodat we kunnen zien door yoga); * Houdt de stilte in acht in de yogaruimte. * Kom op tijd (minstens 5 minuten voor aanvang les) * Kom iedere week * Houdt rekening met je voeding: 1 uur tussen een lichte maaltijd en de les, 3 uur tussen een zware maaltijd en de les * geen alcohol voor de les * geen parfum * geen horloges * draag makkelijk zittende kleding * oefen met ahimsa (geweldloosheid= eerste leefregel beschreven door Patañjali).

We houden ons aan deze regels met discipline, liefde en geduld. En dat brengt rust en ruimte in onze geest.