Door te oefenen met de hele bekkenbodem en met de afzonderlijke kringspieren in de bekkenbodem, maken we dit gebied groter in ons bewustzijn en trainen we de spieren. De spieren die we enerzijds nodig hebben voor de oprichting van ons lichaam. In de yoga literatuur wordt gesproken van de mula bandha. Dit is het onderste diafragma in ons lichaam. Mula betekent wortel, bandha betekent gebonden.
Anderzijds heeft het trainen van de kringspieren invloed op de adem. De adem kan diep in de buik en de bekkenbodem komen als daar ruimte is. Er ontstaat ruimte, door de spieren lang te laten worden. Maar die opdracht kun je niet geven aan spieren, je kunt ze alleen maar loslaten, nadat je ze hebt aangespannen. Als er verslapping is in de bekkenbodem, valt er niets meer los te laten. Als er continue (aan)spanning is, dan is het ook moeilijk los te laten. Door dit gebied te trainen, kan het actief deel gaan uitmaken om de adem diep in de buik te kunnen ervaren. En we weten: een diepe buikadem is een kalme adem. Is de adem kalm, dan is de geest kalm.
En dat is yoga: “Yoga is het stilleggen van de wervelingen van de geest”. (Uit Patanjali Yoga Sutra’s.)
.
Meld je dan aan bij reflectie@yogabijsan.nl dan ontvang je de reflectie elke week in je mailbox.
************************************************************************************************